Beschrijving
Nederlandse naam: Maca / Peruaanse Ginseng
Latijnse naam: Lepidium peruvianum
Smaak: Een rijke, iets pittige maar ook zoete smaak, zoals butterscotch.
Gebruik: Maca of Peruaanse Ginseng heet officieel: Lepidium peruvianum. Dit bijzondere knolgewasje in de Kruidkers-familie is ook verwant aan Tuinkers (Lepidium sativum).
Maca groeit oorspronkelijk op het Andes-gebergte, midden in Peru, op een hoogte van 4000 meter. De ‘Peruaanse Ginseng’ wordt daar al eeuwenlang gegeten als belangrijke bron van voeding en medicinale toepassing. De groeiwijze lijkt op die van Radijs en Raapjes.
De verse groene en veer-delige Maca-blaadjes smaken Mosterdachtig, zoals Tuinkers. De knolletjes van de ‘Krachtwortel uit de Andes’ hebben een iets pittige maar toch zoete smaak, zoals butterscotch en een uitzonderlijk hoge voedingswaarde.
Er zijn verschillende kleuren: Creme, geel, groen, rood, paars en zwart. Vooral de creme-kleurige Maca-knolletjes zijn erg populair, die zijn wat groter en smaken zoeter dan de donkere kleuren die wat bitter zijn.
Maca is een ‘superfood’, het kan als groente gekookt en geroosterd worden, maar ook gedroogd als meel worden verwerkt in bouillon, drankjes, marmelade, pudding en pasta.
Maca is een uitzonderlijke stimulans voor lichaam en geest. Maca heeft een energie-verhogende werking, bevordert het prestatievermogen, de vruchtbaarheid en de stress-bestendigheid.
In 1997 heeft Dr. Chacon de Popovici aangetoond dat Maca maar liefst 31 goed opneembare mineralen en bovendien veel vitaminen bevat, die essentieel zijn voor ons lichaam. Sindsdien kwam voor de ‘Peruviaanse Ginseng’ wereldwijd gelukkig meer bekendheid.
Van de gedroogde knolletjes wordt Maca-poeder gemaakt, dit ‘Levens-elixer’ is ook in capsules verkrijgbaar. Lepidium peruviana ‘Chacon’ groeit uitsluitend in de Andes, Lepidium meyennii ‘Walpers’, het roomkleurige Maca-zusje, werd in 1843 voor het eerst beschreven door Gerard Walpers en wordt ook in andere landen gekweekt.